
In de winter van 1983 bezocht ik de voormalige D.D.R. en vanaf dag 1 had ik een gevoel “ik heb dit eerder gezien”. Terug in de tijd was ik, terug naar mijn eerste Duitslandreis in 1967; 7 jaren oud op de achterbank van de Fiat 500 van mijn Vader. Die sensatie, dat gevoel terug in de tijd te zijn; een tijd die ik bekeek achter op de fiets van vader/moeder; of vanaf diezelfde achterbank. Die herinnering hoe de wereld eruit zag.
Ik hou van de stad; ik kom er ook vandaan, geboren in Dordrecht op de richel tussen de 50’er & 60’er jaren en opgegroeid in Utrecht. Compacte, opgeruimde steden, overzichtelijke werelden, met een duidelijke overgang van waar de stad ophield en waar “buiten” begon. In die jaren kenden de stad en buiten nog open ruimtes & lege plekken, somtijds met resten van vage ‘vorige” bebouwing, spannend voor jeugdigen!
De affectie met Duitsland heb ik van mijn Vader. In 1920 geboren, had hij tussen in ’40 – ’45 de volkomen verkeerde leeftijd. Het is dat een maat van me zijn repatriërings-dossier in de archieven van het Rode Kruis gevonden heeft –> Kamp Amersfoort, Arbeitseinsatz (Hanomag, Hannover). Zoals zovelen van z’n generatie sprak hij er alleen in brokjes over. Via zijn zus weet ik van mishandeling en van hem zelf: luizige barakken & nachtmerries. En dan samen met mijn moeder op de motorfiets, in de gouden jaren 50, vakantiereizen naar Duitsland. Minder dan 10 jaar na die nare tijden in datzelfde land. Ik koester zijn wegenkaart van toen en het fotomateriaal. En de D.D.R. leek heel erg op die foto’s.
Met de beste bedoelingen nam hij zijn kinderen mee op latere vakantiereizen naar Duitsland, Jammer genoeg reed hij de steden voorbij terwijl ik daar juist nou zo graag in wilde kijken. Slechts glimpen ving ik op van interlokale tramlijnen, spoorlijnen, grote industrieën. En dat is altijd blijven jeuken.
De wereld van nu is vol, met auto’s & spataderachtige wegen, brallerige reclames op schreeuwerige gebouwen, onsmakelijk geklede mensen met zenuwachtig hype- conformerend gedrag. Waar zijn de lege rustige plekken gebleven die zo echo-en op foto & filmwerk uit de 50-er, begin 60-er jaren.
Met mijn fototoestel zoek ik ze in het land wat me zo na ligt, in de streken die mijn vader voorbij reed zoals het Ruhrgebiet. Voor het getoonde fotowerk gebruikte ik langjarig een analoge middencamera. Met zo’n ding kun je niet onbeperkt op de sluiter klikken en fotoshoppen is er ook niet bij. Een foto maken met zo’n camera betekend: speuren, zoeken, rondkijken, lichtval beoordelen, de uitsnede componeren…. En dan mogen er ook nog geen mensen of auto’s opstaan; want dat bederft het beeld alleen maar. Om een foto te maken heb je de camera niet nodig. Pas later ga je opnieuw naar een gekozen en gewogen motief terug en druk je op de sluiter; om de bedachte compositie te vangen. Nu, onderwijl digitaal fotograferend heb ik deze gewoontes niet losgelaten. De getoonde foto’s zijn puur, zonder retouce.